Peter van der Rol Brouwer: “Autonomie en passie”
Jarenlang was KTT-NW ‘de ploeg van Sjoerd Geraets’. Maar aan alles komt een einde en begin dit seizoen koos Sjoerd ervoor om dit schaatshoofdstuk af te ronden. Zijn opvolger is voor veel schaatsers en schaatsliefhebbers een bekende, namelijk Peter van der Rol Brouwer. Velen zullen hem kennen als de trainer van baanselectie Haarlem waar hij vol passie jaren op het ijs stond. Van de baanselectie naar het KTT, een nieuwe stap en uitdaging. Met het schaatsseizoen dat op de deur klopt is het tijd om hem het woord te geven.
De loopbaan van Peter van A tot Z
We pakken de draad op bij het begin. Al jaren is Peter te vinden in het schaatscircuit. Maar hoe is dit zo gekomen? Het antwoord blijkt heel simpel: ‘Dat is eigenlijk altijd zo geweest. Ik weet nog – ik schaatste zelf niet eens officieel bij een club – dat ik als kleine jongen tv aan het kijken was en de toenmalige coach van de Nederlandse dames aan het werk zag. Ik vond toen dat hij er niks van snapte, dat hij niet zag wat er beter moest.’ Lachend vervolgt hij: ‘Dat klinkt een beetje raar, maar ik wil er vooral mee zeggen dat ik vanaf het begin meer als trainer dan als schaatser keek.’
Na deze opvallende eerste kennismaking met het trainerschap volgde er een positie bij het jeugdschaatsen en tijdens zijn studie werd Peter gevraagd om les te komen geven bij schaatsschool Duosport. ‘Op dat moment studeerde ik nog. Toen dacht ik nog dat dit iets ging worden,’ lacht Peter geamuseerd. ‘Nou, daar is niks van terechtgekomen. Die studie heb ik uiteindelijk niet afgerond. Ik was volledig gegrepen door het schaatsen.’ En vanaf dat moment was schaatsen de rode draad in het leven van Peter. Bij zijn trainersleven hoorde vanaf het eerste moment een hele eigen en kenmerkende kijk op het schaatsen, wat niet altijd even makkelijk of handig was. ‘In die tijd en misschien wel in al mijn onbezonnenheid, was ik het niet vaak eens was met de visie van andere trainers. Met de jaren ben ik daar wel genuanceerder in geworden. Er is nu meer gezonde twijfel en ik probeer te leren van de visie van anderen, binnen en buiten de schaatssport.’ Op de vraag waarin zijn visie anders is dan die van anderen, heeft hij snel antwoord: ‘Ik denk dat ik vooral techniek op een andere manier aanvlieg dat ik het ontdekken en ontwikkelen van gevoel heel belangrijk vind.’
Deze eigen visie zorgde er voor dat Peter vanaf 1992 volledig bij de sport betrokken was en ervan kon leven en vóór leefde. Hoewel hij zelf een kleine nuance aanbrengt: ‘Het leven is heel rekbaar. Ik dacht vaak dat ik van het schaatsen financieel kon leven maar in werkelijkheid was het meer overleven. Zelf schaatsen deed hij zeker nog, maar de focus lag echt ergens anders. ‘Al tijdens mijn eigen schaatscarrière was ik vaak meer bezig met de trainer uithangen dan met zelf schaatsen. Ik heb een aantal zware blessures gehad op vervelende momenten, maar ook zonder die blessures denk ik dat trainer zijn beter bij me paste.’
Tijdens zijn werk als instructeur bij schaatsschool Duosport en vele trainersuren verder werd Peter op een gegeven moment gevraagd voor de baanselectie in Utrecht, waar op dat moment een uitdaging lag. In een paar jaar zette hij hier een mooie groep neer die qua prestaties weinig te wensen overliet. Het jaar hierna nam hij de gewestelijke selectie onder zijn hoede, waar hij echter al snel afscheid van nam om zijn eigen ploeg te beginnen. ‘Mijn ploeg was een zijstroom naast het KNSB-model, een vangnet voor rijders die net niet goed genoeg waren voor een selectie.’ En dit vangnet liet van zich horen, want qua niveau evenaarde het al snel het niveau van ‘betere’ teams en rijders ontwikkelden zich snel. Niettemin kwam er op een gegeven moment een einde aan Peters initiatief, want financieel was het niet meer bol te werken. “Als je het met een eigen ploeg tegen A-junioren, neosenioren en ook tegen profploegen op wil nemen, dan heb je een vergelijkbaar programma nodig. Al deze kosten samen waren op een gegeven moment niet meer op te brengen.’
Nadat zijn eigen ploeg uiteenviel kwam Peter terecht bij de baanselectie in Haarlem. Op dat moment was Sjoerd Geraets hoofdtrainer van de Schaatsacademie Noordwest en lag een samenwerking voor de hand. “We kenden elkaar al lang. Als student schaatste Sjoerd wanneer hij niet in Duitsland was af en toe mee met de studentengroep waaraan ik op dat moment training gaf. En op dat moment was een functie als de baanselectietrainer voor mij een hele mooie uitdaging.”
Debuutjaar bij KTT-NW
Van de baanselectie kwam Peter dus bij KTT-NW terecht. “Natuurlijk neem ik bepaalde zaken over van mijn voorganger Sjoerd, zoals de basisplanning en trainingsmomenten. Maar elke trainer is een ander persoon en heeft een eigen manier van werken.” Wel merkt hij op dat Sjoerd en hij in voorgaande jaren soms al onbewust dezelfde richting op gingen. “Op bepaalde momenten in het seizoen deden we op dezelfde momenten trainingen die bijna volledig overeenkwamen.”
"Bij mij staat trainer zijn los van de wedstrijden. Hoewel ik mooie herinneringen koester aan bepaalde wedstrijden, draait het voor mij vooral om de ontwikkeling die ik bij mijn sporters zie. Het zit ‘m meer in dat opeens een bocht heel goed gaat, of een start. En dat we het allebei – sporter en ik – gezien en gevoeld hebben. Als ik dat soort dingen zie, dat vind ik het mooiste. Als hetgeen waar ze zo hard aan werken eindelijk lukt en we dat moment samen kunnen delen, of dat nou op de training is of op een NK.
Voor komend seizoen bestaat KTT-NW uit elf rijders, waarvan er negen voor het eerste jaar bij zijn. Je zou kunnen zeggen dat dit moeilijkheden met zich meebrengt, maar Peter ontkent dit gelijk: “Of je iemand al tien jaar training geeft of net voor het eerst ontmoet, je bent altijd op zoek naar waar iemand staat. Dat is in dit geval niet anders. Er zijn altijd verschillen tussen rijders. Dat vraagt om een diverse benadering.”
Wennen aan de nieuwe groep rijders viel dus wel mee. Volgens Peter had hij meer moeite met alle werkzaamheden naast het ijs die erbij komen kijken als hoofdcoach van het KTT. “Als hoofdtrainer voer je veel overleggen, met andere KTT-coaches en de KNSB, maar ook met alle andere mensen van de staf van KTT-NW.” Deze staf bestaat – naast twee assistent trainsters – uit een krachttrainers, lifestylecoach, fysio en voedingsdeskundige. “Dat biedt ontzettend veel kansen en daar wil ik zo goed mogelijk gebruik van maken.’
Peter de trainer
Jezelf als trainer omschrijven in twee woorden? Peter heeft er geen moeite mee: “Autonomie en passie. Deze twee dingen gaan voor mij hand in hand. Ik houd van zelfstandigheid, bepaal dingen graag zelf. Daarnaast ben ik als trainer zijnde altijd op zoek; Ik zie de passie bij rijders en ik vraag me dan af: hoe gaan we dat inrichten? Hoe gaan we een bodem leggen? Ik kan dat niet volgens één formule. Ik heb daar zelfstandigheid en ruimte voor nodig.” Hij gaat rechtop zitten als hij zijn verhaal vervolgt: “Die passie bij rijders is zo belangrijk. Als iemand iets heeft, wat dat iets ook is, dan wil ik daarmee werken. Dat kan een lijf zijn dat veel aan kan, maar ook een heel wilskrachtig hoofd. Want als je dat tweede hebt, dan kan je een hoop compenseren. Ik vind het lastiger om te zien als iemand ambitie of daadkracht mist, maar wel de fysieke aanleg heeft. Dat is veel moeilijker dan iemand die misschien minder fysieke aanleg heeft, maar wel de focus heeft.” Om zijn passie en autonomie goed tot uiting te laten komen, heeft Peter wel ondersteuning nodig. “Ik ben dan ook heel blij met goede assistent-trainers Jantine Hop en Ilona de Groot, die twee paar extra ogen en oren zijn.” Daarnaast onderstreept hij ook het belang van het bestuur van Schaatsacademie NW: “Zij bieden de benodigde ondersteuning in het ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren van onze plannen.”
Vooruitkijken
Peter kijkt vooruit naar wat straks nodig is: “Als een rijder over een aantal jaren de Olympische Spelen wil halen zal die rijder nu moeten oefenen en zich voorbereiden op wat er dan nodig is.” Deze instelling vereist een lange termijnvisie waarin hij als trainer adaptief en flexibel met zijn planning en organisatie moet omgaan. “Ik wil – met behulp van alle specialisten die ik nu tot mijn beschikking heb – de trainingen zo veel mogelijk afstemmen op de individuele behoeften van de rijders. Het zou mooi zijn als alle trainingen individueel worden, binnen het groepsverband. Niet een copy-paste-aanpak, maar aangepast op de persoon. Alle lijntjes samen krijgen en optimaal gebruikmaken van de faciliteiten die er zijn. En dan natuurlijk die faciliteiten oprekken en de marges opzoeken.’
Afsluitend kijkt Peter vol spanning naar het komende seizoen. De resultaten van Sjoerd, onder wiens leiding het KTT veel successen behaalde, brengt wel enige druk met zich mee. “Ja, dat is ontzettend spannend,” geeft Peter toe. “Sjoerd heeft veel dingen heel goed gedaan en veel rijders afgeleverd. Bijna elk jaar was er wel iemand die zich plaatste voor het WK junioren. Dat moet ik nog maar even gaan doen. Het wordt spannend: ga ik hetzelfde niveau halen als de afgelopen jaren? Er zijn geen garanties, behalve dat ik het op mijn manier, vol passie, voor en met deze mooie nieuwe ploeg ga doen, Want dat is het, echt een goeie ploeg. Ik denk wel dat een paar mensen voor verrassingen kunnen zorgen.”
Lachend voegt hij eraan toe: “Laten we afspreken dat we aan het einde van het seizoen nog eens gaan zitten. Dan kijken we of die verrassingen er geweest zijn en hoe dit eerste jaar was.”